Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Elster

betekenis & definitie

1° naam van twee rivieren in Midden-Duitschland.

a) De Zwarte Elster Ontspringt in de Saksische Oberlausitz (Sybillenstein) én mondt boven Wartenburg in de Elbe. De laatste 60 km van de 200 km lange rivier zijn gekanaliseerd.
b) De Witte Elster ontspringt in Bohemen op het Elstergebergte, treedt in het Saksische Vogtland en stroomt dan in N. richting naar Leipzig, splitst zich in de nabijheid van deze stad in twee armen, de Luppe en de eigenlijke E., die, parallel verloopend, tusschen Halle en Merseburg rechts in de Saaie monden. De rivier is 190 km lang. Zijrivieren zijn links de Weida en rechts de Pleisze.
2° Badplaats in het Z.W. Saksische Vogtland in het dal van de Witte Elster, beschut gelegen niet ver van de Tsjechische grens, 491 m boven zeeniveau, aan de spoorlijn Dresden—Plauen—Eger. Ca. 3 500 inw., bijna allen Prot. Er bevinden zich 16 koolzuur-, ijzer- en glauberzouthoudende bronnen voor drink- en badkuren bij zenuw- en hartziekten, bloedarmoede, vrouwen- en stofwisselingsziekten. In 1931 werd E. door 21 300 badgasten bezocht.

< >