Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Elmsvuur

betekenis & definitie

Ook Sint-Elmusvuur, noemt men de lichtende electrische ontladingen aan spitse voorwerpen, als torens, boomen, scheepsmasten. Bij zwakke ontladingen ontstaat slechts een vage lichtglans; bij krachtiger ontladingen stralen lichtbundels uit, die kort zijn bij negatief Elmsvuur, d. i. bij ontladingen van negatieve electriciteit, en betrekkelijk lang (1,6 tot 3 cm) bij positief E.

Het E. wordt somtijds door een zwak knetterend geluid begeleid. Het wordt gedurende donkere nachten vaak in hooggebergten, maar zelden in laagvlakten en op zee waargenomen.

Het wordt somtijds bij het nachtvliegen als een lichtkrans aan de uiteinden der draaiende schroef van het vliegtuig en als een lichtbeslag om de antenne opgemerkt. Een enkele maal werd een geheel metalen aëroplaan uitwendig glimmend gezien.

De betrekkelijk langzame ontlading van electriciteit in het E. geschiedt bij onweerachtige luchtgesteldheid, sneeuwdrift en zandstormen, wanneer het electrisch potentiaalverschil in de lucht groot is. → Electriciteit (der atmospheer, sub c). Een soortgelijk verschijnsel doet zich experimenteel voor aan de punt van een naald, die dichtbij eene geladen Leidsche flesch wordt gebracht.

De naam is waarsch. ontleend aan S. Elmo [→ Erasmus (H.)], dien men bij het verschijnen van dat licht aanriep.

Reeds in de middeleeuwen werd het op verschillende plaatsen ook S. Nicolaas-, S.

Anna-, S. Barbara-vuur genoemd.

Het volksgeloof zag in den lichtgloed het verheerlijkte lichaam van den Heilige.Lit.: J. Elster en H. Geitel, Elmsfeuer auf dem Sonnblick, in Meteorol. Zeitschr. (1893, 119); Onweders, Optische verschijnselen, enz., in Nederland (De Bilt); Lex. f. Theol. u. K. (III 1931, 641).

V. d. Broeck

< >