Twee electrische ketens, waarin stroomen i1 en i2 vloeien, zijn electromagnetisch gekoppeld, wanneer de magnetische vloed door één keten voortgebracht, de andere, zij het ook maar gedeeltelijk, omwindt. De koppelingscoëfficiënt K is het gedeelte van φ1, dat keten 2 omwindt: hij is dus hoogstens gelijk aan 1.
Is K ongeveer gelijk aan dan spreekt men van sterke koppeling, is K integendeel bijna nul, van losse koppeling. Gillon