voormalige stad in het Pruisisch regeeringsdistrict Düsseldorf, prov. Westfalen; sinds 1 Aug. 1929 met Barmen, Vohwinkel, Cronenburg, Ronsdorf en Beyenburg tot de gemeente Wuppertal samengesmolten; mim 415 000 inw., grootendeels Protestant.
E., gelegen aan de midden-Wupper, is evenals Barmen door plaatsgebrek in het nauwe dal tegen de hellingen uitgegroeid. De grens met Barmen is niet scherp aan te geven.
De binnenstad heeft smalle, hoekige straten; meer systematisch aangelegd zijn de aansluitende nieuwere voorsteden. De mooiste woonwijken liggen aan den N.W. rand om den Nutzenberg en in het W. om den dierentuin.
In het N. en W. liggen de hoofdindustriegebieden en de arbeiderskwartieren. Van de gebouwen worden genoemd de Luthersche kerk van 1752, de Gereformeerde kerk van 1690 met Romaansche apsis uit 13e eeuw, het oude (1842) en nieuwe (1901) raadhuis, enz.
De belangrijkste industrieën zijn textiel en metaalbewerking, daarnaast chemische industrie (kleurstoffen), papierfabricage, voedings- en genotmiddelen.Lips.