Wordt in een electrische keten met weerstand R, zelf-inductie L en capaciteit C, de evenwichtstoestand verbroken, dan zal, als de weerstand van de keten klein genoeg is, een trilling optreden, die eigentrilling wordt genoemd, omdat haar frequentie bepaald is door de constanten van de keten zelf en onafhankelijk is van uitwendige factoren. Deze eigenfrequentie wordt eenvoudigd tot f =1/2?√LC(formule van Thomson).
De eigentrilling wordt gedempt door den weerstand, en wel des te vlugger naarmate deze grooter is. Een spoel zonder condensator kan ook aan eigentrillingen onderhevig zijn, daar er altijd een capaciteit tusschen windingen bestaat: deze is echter klein, zoodat de eigenfrequentie dan hoog is.
Een practische toepassing daarvan zijn de eigentrillingen van een hoogspanningstransformator-wikkeling, wanneer voortloopende golven, voortgebracht door bliksem of schakelmanoeuvres, op het toestel terechtkomen. Gillon.