Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Effecten

betekenis & definitie

(fondsen, stukken) is een verzamelnaam voor een moeilijk scherp af te bakenen groep van waardepapieren, die economisch beschouwd de volgende kenmerken vertoonen: zij bevatten het bewijs, dat iemand tot het daarin aangeduide ronde bedrag of part gerechtigd is in het kapitaal van een rechtspersoon (aandeelhouder) of in een vordering ten laste van een rechtspersoon (obligatiehouder), zij vormen niet enkel het bewijs van die deelname, doch zijn tevens de incorporatie daarvan, zij zijn dusdanig van inhoud, vorm en bedrag of part, dat zij als bewijzen van deelname in hetzelfde kapitaal of in dezelfde vordering onderling geheel vervangbaar zijn en dat overdracht aan anderen te allen tijde zeer gemakkelijk kan geschieden, als regel doordat zij den vorm hebben van een toonder-papier of doordat, hoewel op naam luidend, overschrijving op een ander zonder veel formaliteiten t.a.v. diens persoon kan geschieden; de persoonlijke band met den rechthebbende in het kapitaal (aandeelhouder) of in de schuldvordering (obligatiehouder) treedt door deze groote mate van vervangbaarheid vrijwel geheel op den achtergrond, zoodat e. naar hun aard zijn te beschouwen als vervangbare zaken (fungibele waren), die zich uitstekend leenen voor verhandeling op een beurs. De e. vallen in twee categorieën uiteen:

a) aandelen, dat zijn aandeelbewijzen, winstbewijzen, oprichtersbewijzen e.a. in het eigen kapitaal of de resultaten van naamlooze vennootschappen, commanditaire vennootschappen, coöperatieve en andere vereenigingen;
b) obligaties of schuldbrieven, dat zijn bewijzen van aandeel in geldleeningen ten laste van staten, provincies, waterschappen, gemeenten en andere publiekrechtelijke lichamen, stichtingen, vereenigingen, naamlooze vennootschappen en andere rechtspersonen.

De aankoop van e. voor belegging van gelden heeft sedert het laatste kwartaal der 19e eeuw naast het in grond belegde kapitaal, het in hypothecaire of andere rechtstreeksche leeningen en in ondernemingen in eigen kring belegd kapitaal een zich in steeds wijderen lering verbreid effectenkapitaal doen ontstaan, dat in veel opzichten typeerend is geworden voor de structuur van de huidige samenleving. Door het ontstaan van dit effectenkapitalisme is de mogelijkheid tot financiering van moderne grootondernemingen geschapen, doordat tienduizenden beleggers, elk voor een betrekkelijk klein onderdeel van hun vermogen een of enkele stukken koopend, in de gelegenheid worden gesteld aan deze financiering deel te nemen. Het gevolg van dit verspreide bezit is, dat een zeer groot gedeelte, veelal zelfs het grootste gedeelte der kapitaalverstrekkers (outsiders), practisch zeer weinig invloed op de ondernemingsgeste kunnen uitoefenen, terwijl deze geste wordt bepaald door een betrekkelijk kleine minderheid van personen en van kapitaal (insiders), daarbij veelal begunstigd door oligarchische beperkingen en door meervoudig stemrecht. Het is hierom, dat zoowel de wetgever als de vertegenwoordigende organen van het in effecten beleggende publiek een vergaande taak hebben te vervullen ter bescherming van de belangen der outsiders.

Naarmate de e. als handelsobject in sterkere mate het voordeel eener groote fungibiliteit bieden, d.i. gemakkelijker verhandelbaar dus meer courant zijn, zijn zij als beleggingsobject aantrekkelijker en worden bepaalde soorten onder omstandigheden zelfs voor vrij tijdelijke beleggingen gezocht; hiertoe is een vereischte een behoorlijk functionneerende effectenbeurs (➝ Beurs). Effectenbeurzen vindt men in alle groote financieele centrums. In Nederland te Amsterdam, Rotterdam en Den Haag (beide laatstgenoemde beurzen zijn van veel geringer omvang en internationaal vrijwel zonder beteekenis). Voorts zijn de voornaamste effectenbeurzen te Londen, Parijs, New York, Berlijn, Frankfort, Brussel. Practisch onvermijdelijk is aan een beurshandel een georganiseerde ➝ speculatie annex. Vooropstellend, dat de werkelijke maatschappelijke functie eener georganiseerde effectenspeculatie veel geringer is dan die eener georganiseerde goederenspeculatie, kan niet worden ontkend, dat voor de elasticiteit der fondsenmarkt en voor een goed functionneeren van de effectenbeurs in haar dienende functie van financieringsorgaan voor maatschappelijk nuttige ondernemingen en instellingen tot op een zekere hoogte een speculatieve handel onmisbaar is.

Het ligt op den weg der overheid door wettelijke regelingen en door toezicht excessen op het gebied van effectenspeculatie niet alleen te onderdrukken, doch ook voor zoover doenlijk zonder den handel te desorganiseeren de speculatie tot een dienende functie terug te dringen. De plaatsing van nieuwe aandeelen of obligaties bij het publiek (de zgn. uitgifte of emissie) geschiedt als regel niet rechtstreeks door den betreffenden rechtspersoon bij het publiek, doch door een bankconsortium, dat veelal de geheele emissie voor eigen rekening overneemt en op zijn beurt voor plaatsing bij het publiek (meestal door een publieke inschrijving) zorg draagt. Naast een effectenspeculatie heeft de beurshandel de mogelijkheid van effectenarbitrage geschapen (➝ Arbitrage). Uiteraard kan arbitrage slechts plaats hebben in die fondsen, welke aan meerdere beurzen verhandeld worden.

Voor beleening van effecten, ➝ Fondsen. Huysmans.

< >