is het verlangen om ➝ eer of eerbetuiging van de menschen te ontvangen. Het verlangen en streven naar eer is goed, wanneer het binnen de grenzen der redelijkheid blijft, d.i. als men niet zoekt om meer geëerd te worden dan men verdient; m.a.w. als men maar niet zoekt geëerd te worden om goede eigenschappen, welke men niet bezit of om eigenschappen, die niet goed zijn en niet verdienen geëerd te worden (bijv. dapperheid in het bedrijven van het kwaad), en als men maar niet zoo geëerd wil worden om goede eigenschappen, alsof men die uit zich zelf heeft en niet aan God dankt.
Men moet dus ten slotte alle eer tot God richten en zoo aan Hem de eer geven, die Hij als oorzaak van alle goed, dus ook van onze goede eigenschappen, verdient. Vgl. ➝ Eer. Bender.