Ned. blijk van koninkl. erkenning aan reeds gedecoreerde officieren, die zich opnieuw door dappere daden onderscheiden. Van de e. is de kling Turksch gedamasceerd, waarop aan een zijde „Koning Willem III, voor betoonde dapperheid”, en aan de andere zijde de naam en rang van den belanghebbende en de plaats waar en het jaar waarin het feit werd verricht.
Het gevest bestaat uit een hoornen greep met zilverdraad en vergulden sierlijken beugel met leeuwenkop en stootplaat. De stootplaat voorzien van een door lauwertakken omgeven kroon (K.B. 7 Maart 1867). A.
Lohmeijer.