Eng. dichter. * 1552(?) te Londen, ✝ 16 Jan. 1599 aldaar. In 1578 bij de hofhouding van den graaf van Leicester, bevriend met sir Philip → Sidney, met wien hij medelid was van de lit. vereeniging „Areopagus”. 1580 secretaris van lord Grev de Wilton, regeeringsafgevaardigde in Ierland.
In 1594 gehuwd met Elizabeth Boyle, welk huwelijk hij bezong in Epithalamion (1595). Bij den brand van zijn kasteel in 1589 door Iersche opstandelingen moeten enkele boeken van de „Faery Queene” verloren zijn gegaan.
S. stierf in betrekkelijke armoede te Londen; begraven in de abdij van Westminster. Zijn roem is vnl. gebaseerd op de Faery Queene (boek 1-3 1586, boek 4-6 1596).
De opzet was: 12 boeken, behandelend twaalf zedelijke deugden, vertegenwoordigd door ridders, alles te zamen een beeld van den volmaakten „gentleman”, tevens epos ter eere van Elizabeth. Het sterk allegorisch karakter ervan, met de vele historische toespelingen en de bewust-archaïsche taal, maken het tot een moeilijk te begrijpen gedicht.
De zuiver-poëtische gedeelten zijn echter van de hoogste soort. Het werd geschreven in een nieuwen versvorm, de „Spenzerian Stanza” (8 maal 5 jamben, rijmend ababbcbc, plus 1 maal 6 jamben, rijm c).Verdere werken: Shepherds Calendar (1579); Astrophel (op Sidney, 1586) ; Golin Clouts Come Home again (terugkeer naar het gehate Ierland ; 1591) ; Complaints (jeugdverzen, 1591); Amoretti (liefdesged. voor El. Boyle); Prothalamion (1596); View of the Present State of Ircland (proza, 1596). Etman.