Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Drogheda

betekenis & definitie

(Iersch: Droichead Atha = doorwaadbrug), zeehaven en marktstad in het graafschap Louth, Iersche vrijstaat, aan den mond van de rivier de Boyne (63° 42' N., 6° 22' W.); 13 000 inw.; zalmvisscherij, veelzijdige industrie. G. de Vries Het eerst wordt D. vermeld als versterkte legerplaats van Turgesius, een aanvoerder van Noormannen, die er zich vestigde in 911. Later was D. het Noordelijkst gedeelte van de Pale (het Engelsche gebied) en vaak kwam daar het Engelsch-Iersche parlement bijeen.

In het Drogheda-parlement van 1494 werd de beruchte wet van Poynings aangenomen, waardoor de Iersche regeering van alle onafhankelijkheid werd beroofd. In den opstand van 1641 werd de stad tevergeefs belegerd door Phelim O’Neill.

In 1649 werd zij echter veroverd door Cromwell, die 2 000 manschappen, priesters en religieuzen liet dooden en vele anderen als slaaf verkocht. In 1689 was D. bezet door Jacob II, maar moest zich daags na den slag bij de Boyne aan Willem III van Oranje overgeven.

De stad is ook nu nog vol ruines en gedenkstukken uit den tijd van haar glorie.Lit.: Dalton, The History of D. with its Environs (1866). O’Briain Drogist Eigenlijk handelaar in drogerijen, tegenwoordig meer in chemicaliën, verf, al dan niet verpakte geneesmiddelen en verbandstoffen.

< >