drukt in de meetkunde uit:
1° de betrekking van „behooren tot” in de uitdrukkingen: een punt draagt een lijn of vlak, een lijn draagt een vlak;
2° de betrekking van „bevatten” in de uitdrukkingen: een lijn of vlak draagt een punt, een vlak draagt een lijn.
De axioma’s van dragen worden aan de axiomatische meetk. ten grondslag gelegd om punt, lijn en vlak en hun onderling verband zoodanig te bepalen, dat daarbij geen betrekking wordt ingevoerd, welke niet door deze axioma’s zelf verantwoord wordt.
Drost.