of draagtijd, de tijd van de ontwikkeling van het jonge dier in het moederlichaam vanaf de bevruchting tot aan de geboorte. De draagtijd bij merries is 11 maanden (333—343 dagen; min. 310, max. 376), bij koeien 9 maanden en 9 dagen (281—290 dagen; min. 260; max. 311), bij varkens 116 dagen (3 maanden, 3 weken, 3 dagen), bij schapen 144—150 dagen (5 dagen minder dan 5 maanden).
Kenteekenen der drachtigheid zijn: uitblijven der bronst; de dieren zijn rustiger; toeneming van den buikomvang in de tweede helft; in dien tijd beweegt zich de vrucht, stijgt de lichaamstemperatuur met omstreeks 1° C; op het eind verdwijnen de banden, zwellen de schaamdeelen en de uier en daalt de lichaamstemperatuur plotseling op normale hoogte.Verhey.