Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Draaikraan

betekenis & definitie

werktuig om zware lasten te heffen en te verplaatsen. De d. wordt overwegend gebruikt in buitendienst en wel als overslagkraan bij dokken, havens, goederenstations, industriewerken, scheepswerven en bouwwerken.

Het type en hiermede de constructie-eigenaardigheden worden geheel bepaald door het soort van werk, dat ermede verricht moet worden. Er bestaan de volgende typen: Velocipedekranen loopen op één rail en hebben boven horizontale rollen, welke tusschen U-balken geleiding vinden; vragen zeer weinig plaatsruimte en zijn hierdoor zeer geschikt voor gieterijen en constructiewerkplaatsen.

Wanneer de bovengeleiding langs den wand wordt aangebracht, zijn ze zwenkbaar tot 180°, bij plaatsing in het midden van een gebouw echter 860°. Aandrijving bij zeer kleine kranen met de hand, voor grootere meestal electrisch.

Hijschvermogen 2, 3, 5, 7½ en 10 ton. Sprei 3 tot 7 m.Rolkranen worden wegens hun groote bewegelijkheid zeer veel gebruikt in goederenloodsen bij industriewerken, kaden en stations. Zij verplaatsen zich door middel van stoom, electrische of dieselmotor. De kraanarm is vast of zwenkbaar op een viertot achtwielige wagen. Spoorbreedte overwegend normaal. Handdraaikranen meestal op normaalspoor; hijschvermogen 3, 5, 7½ en 10 ton; sprei 3 tot 6 m.

Stoomdraaikranen op normaalspoor; hijschvermogen 2—6 ton, sprei 4,75—9 m. Dieselmotordraaikranen op normaalspoor ; hijschvermogen 3 ton; sprei 7—10 m. Electrische draaikranen hebben een spoorwijdte 1½—4 m; hijschvermogen 1½, 2½, 3, 5, 7½ en 10 ton; sprei 5—16 m. Ter meerdere actie worden zij voorzien van rupsbanden, waardoor hun arbeidsveld vrijwel onbeperkt is.

Toren draaikranen (verrijdbaar) worden veel bij groote kunstwerken gebruikt. De arm is zwenkbaar op een toren gemonteerd. De hoogte van den toren wordt bepaald door het bouwwerk. Eveneens te gebruiken op scheepswerven. Onder torendraaikranen vallen ook de zoogenaamde ➝ portaalkranen, te onderscheiden in vol- en half portaalkranen. Bij volportaal is de draaikraan gemonteerd op een constructiewerk, dat den vorm heeft van een portaal en waarvan de doorvaart tusschen de pooten bepaald wordt door het aantal sporen; bij halfportaal rust het horizontale gedeelte aan één zijde door middel van loopwielen op een langs een gebouw of andere constructie aangebrachte rail.

E. Bongaerts.

L i t.: R. Hänchen, Winde und Krane.

< >