Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Doria

betekenis & definitie

Genueesch koopliedengeslacht van Ghibellijnsche gezindheid, sedert de 12e eeuw genoemd. Er behooren o.a. toe :

Andrea D., Genueesch patriciër en vlootvoogd; * 30 Nov. 1468 te Oneglia,♰ 25 Nov. 1560 te Genua; streed in de Italiaansche oorlogen in het begin der 16e eeuw ter zee, diende van 1524 tot 1528 als vlootvoogd de Fransche partij tegen Karel V, kreeg in dat laatste jaar de heerschappij over zijn vaderstad en ging tegelijk tot de keizerlijke partij over. Karel V benoemde hem tot zijn opperadmiraal met meerdere fraaie titels. Hij leidde den beroemden tocht naar Tunis in 1535 en de minder gelukkige onderneming tegen Algiers in 1543.
2° Giovanni Andrea D., achterneef van den vorige, ♰ 1606, diende sedert 1556 met de Genueesche vloot onder Spaansch opperbevel; hij liet door zijn onachtzaamheid in den slag bij Lepanto (7 Oct. 1571) een groot Turksch eskader ontsnappen en gedroeg zich ook sedertdien minder bekwaam. Hij is de stamvader van de nu nog voortlevende takken van het huis Doria.

L i t.: Guerrazzi, Vita di Andrea Doria (2 dln. 1874); Petit, Un amiral condottierre au XVIe siècle (1887); Von Czibulka, Andrea Doria (1926). v. Gorkom.

< >