1° in de landbouw, treedt op bij aardappels als gedurende den groei de gevormde knol stolonen vormt met kleine knolletjes, welke soms onmiddellijk op de eerste zitten (Duitsch: Kindelbildung). Dit voor opbrengst en kwaliteit nadeelige verschijnsel treedt vooral op, als na een droge periode een vochtige volgt.
Bij granen spreekt men van d. of tweewas, als er nog laat in het seizoen nieuwe (zwakke) halmen gevormd worden, zoodat men naast gele halmen met rijpende korrels nog groene halmen met geen of kleine korrels vindt. Treedt vooral op bij legergraan. Dewez.
2° (Plantk.)
→ Goudscherm.