inrichtingen tot tijdelijke opneming van maatschappelijk hulpbehoevenden, totdat ander onderdak, c.q. plaatsing is gevonden, althans totdat definitieve oplossing van de acute moeilijkheden is verkregen. Geen rijksinstelling, doch vrucht van het particulier initiatief.
Zoo o.m. voor: ongehuwde moeders en a.s. ongehuwde moeders; voor voogdij- en regeeringskinderen in afwachting van het vinden van de vereeniging, die bereid is de voogdij of de zorg te aanvaarden; voor weezen, halfweezen en kinderen van gescheiden ouders; voor ontslagen gevangenen; voor moeilijk opvoedbare jongens of meisjes, die zoo mogelijk overdag in betrekking zijn (tehuizen met beperkte vrijheid). Ook een enkele maal voor vrije pupillen.Geen duurzame verzorging wordt beoogd, de nadruk valt op het tijdelijke van de voorziening.
Ook de verschillende voogdij vereenigingen hebben wel doorgangshuizen, waar zij de onder haar voogdij geplaatste pupillen tijdelijk eerst opnemen ter observatie, alvorens definitief tot gezins- of gestichtsverpleging wordt besloten en plaatsing in aangewezen gezin of gesticht geschiedt, en waar zij tevens de voogdijkinderen, waarmede tijdelijke moeilijkheden zijn, als buiten betrekking geraken, wisseling van pleeggezin e.a., eenigen tijd doen opnemen.
Het begrip omvat een veelheid van instellingen en het is niet doenlijk deze in een allesomvattende definitie samen te vatten, maar steeds is het doel tijdelijke voorziening in acute maatschappelijke moeilijkheden t.a.v. hulpbehoevenden in afwachting van de definitieve voorziening.
Uitvoerige opgave van naam en werking der verschillende doorgangshuizen vindt men in: Gids voor Maatschappelijk Hulpbetoon in Nederland (1933). Smeets.
In België bestaan er eveneens tal van instellingen, die voor doel hebben tijdelijke hulp te verleenen aan noodlijdenden. In meerdere groote steden, o.a. Brussel en Antwerpen, werden Bureelen voor Wederaanpassing opgericht, die tijdelijk bijstand verleenen aan landloopers, gewezen veroordeelden enz. In de Brusselsche agglomeratie bestaat er een Identificatiedienst, die zelf geen hulp, doch wel inlichtingen verschaft, over personen en instellingen, die daarvoor meest in aanmerking komen. Voor weezen, verlaten en justitiekinderen zijn er officieele en private instellingen; zoo zijn er Staatsopvoedingsgestichten (Moll, Ruisselede, St. Servais, Brugge), bestemd om kinderen, door den kinderrechter gezonden, en ook andere aan te nemen.
Het Leger des Heils heeft verscheidene Home’s of huizen voor tijdelijke hulpverleening in het leven geroepen, voor mannen, vrouwen en kinderen. Voor schippers en foorkramers bestaan er eveneens zulke werken. Ook zijn er zeer veel volksspijshuizen met liefdadige of sociale strekking over heel het land opgericht; in sommige dezer huizen kan tijdelijk nachtverblijf worden bekomen. Tehuizen voor moeders zijn nog zeer gering in aantal.
L i t.: Ch. de Gronckel, Répertoire des Oeuvres (Union des Villes, Brussel 1933) ; Jaarverslagen van het Office de Réadaptation Sociale de Bruxelles; id. van het Werk voor Wederaanpassing van Antwerpen ; Jaargangen van het Nationaal Werk voor Kinderwelzijn. V. Helshoecht.