die ijs en sneeuw smelt, is, in de meteorologie, het einde van de ➝ vorst, doordat de luchttemperatuur (gemeten op 1,50 m boven den grond) boven 0° C stijgt. Aanhoudende dooi valt meestal in onze streken in, wanneer, gedurende de koude jaarhelft, de koude O. of N. winden door de betrekkelijk warme W. of Z. luchtstroomingen worden vervangen.
T ij d e l ij k e dooi, die overdag de vorst onderbreekt, wordt door de zonnestraling veroorzaakt.V. d. Broeck.