Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Donkere cosmische wolken.

betekenis & definitie

Naast de donkere nevels, die lichtabsorptie in de wereldruimte veroorzaken (→Absorptie in de ruimte; →Calciumlijnen, stationnaire) staan de cosmische wolken van Hagen als een afzonderlijk verschijnsel. Bij zijn waarnemingen van veranderlijke sterren te Georgetown (1888-1906) had P.

Hagen herhaaldelijk opgemerkt, dat in sommige streken de achtergrond des hemels in den kijker altijd melkachtig en troebel leek, terwijl die elders volkomen zwart en klaar was. Later heeft hij in de Vaticaansche sterrenwacht (1906-1931) het verschijnsel opzettelijk onderzocht en hij kwam daarbij tot de bevinding, dat de geheele hemel in afwisselende sterkte met een grauwen nevelsluier overtogen is.

Verder bleek hem, dat de beschrijving, die W. Herschel gaf van 52 door hem ontdekte zwakke nevelvelden, volkomen met zijn eigen ervaring overeenstemde.

Hagen heeft den geheelen hemel tot 20° Zuider-declinatie afgemonsterd en overal den graad van dichtheid der grauwe wolken geschat in een zesdeelige schaal van 0 tot 5. In het algemeen is de dichtheid des te grooter, naarmate de hemel armer aan sterren is.

In den Melkweg is de dichtheid meestal zeer gering, terwijl naar de polen van den Melkweg de wolken zich samendringen tot een samenhangende massa. Hagen noemt dat verschijnsel „via nubila”, in tegenstelling met de „via lactea”.Deze wolken zijn niet te vereenzelvigen met de donkere absorbeerende nevels, hoewel zij daarmee vaak plaatselijk samenvallen. Want uit de onderzoekingen van Shapley schijnt te volgen, dat Hagen’s cosmische wolken het licht der sterren niet merkbaar absorbeeren. Een andere eigenaardigheid dezer wolken is, dat zij zich met de bestaande middelen niet laten fotografeeren, reden waarom aanvankelijk velen aan hun objectief bestaan twijfelden. Door Hopmann e.a. is echter aangetoond, dat die reden tot twijfel niet gegrond is. Anderen hebben getracht de cosmische wolken als optisch bedrog of zuiver physiologisch verschijnsel, als contrastwerking e.d. te verklaren. Dat subjectieve opvattingen hij de waarneming een zekere rol kunnen spelen, valt niet te ontkennen; zij zijn echter niet voldoende om volkomen rekenschap te geven van het geheele complex der waargenomen feiten.

L i t.: Fr. Becker, Über interstellare Massen und die Absorption des Sternlichtes im Weltraum, in Ergebnisse der exakten Wiss. (IX, 1930); Hagen S.J., Rassegna delle Nebulose Oscure, Specola Vaticana (1931); J. Hopmann, Weshalb lassen sich die Hagenschen „dunklen Wolken” nicht photographieren? in Astr. Nachr. (1930, nr. 5706). Stein.

< >