noemde men in het volksgeloof beitelvormige steenen, die op het veld werden gevonden en afkomstig waren van opgravingen. Men nam aan, dat ze met een bliksemstraal uit de lucht gevallen waren, en zoo schreef men er bovenaardsche kracht aan toe.
In Indië dienen ze als amuletten. Met een grooten beitel werden in Twente den kinderen de slapen gewreven bij stuipen; ook werd er soms een weinig afgeschraapt, dat het zieke kind drinken moest met water.
Een homoeopathisch geneesmiddel bij vallende ziekte heet silicea; dikwijls zijn beitels uit vuursteen (silex) vervaardigd. Dondersteenen heeten ook wel grommelsteenen.Lit.: J. J. van Deinse, Uit het land van katoen en heide.