1° (ook Donato) Baldassare, Venetiaansch musicus; ♱ 1603 te Venetië; eerst zanger aan de San Marco-basiliek, een tijdlang bestuurder der kleine kapel (1562), en later kapelmeester na Zarlino’s dood. D. schreef talrijke motetten en madrigalen, tusschen 1553 en 1597 gedrukt, waardoor hij als componist bij zijn tijdgenooten een hoog aanzien verwierf.
2° Cesare, Italiaansch roman- en dagbladschrijver; * 28 Sept. 1826 te Lugo di Romagna, ♱ 17 Febr. 1913 te Rome. Zijn vertellingen munten uit door fijne karakterschildering en humor.
Werken. Novellen: Per un gomitolo; Diritto e vovescio; Arte e natura; Rivoluzione in miniatura (1858); Racconti delle fate (1868); Buon’ anno (1876); Foglie secche; Bozzetti romani (1884); Storie bizzarre (1888); Racconti, novelle ed altri scritti (1912). Romans; Tra le spine (1869); Povera vita; Flora Marzia (1876): La signorina Manfredi (1883).
3° Giambattista, Ital. astronoom; * 1826 te Pisa, ♱ 1873 te Florence (hier in 1864 directeur der sterrenwacht).