Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Doge

betekenis & definitie

(< Lat. dux = hertog), titel van dengene, die gekozen werd om levenslang de Rep. Venetië te besturen.

De eerste maal had dit plaats in 697. Tot 1173 streefden de dogen naar absolute vorstenmacht; in genoemd jaar slaagde de aristocratie erin door middel van den Grooten Raad zijn rechten aanzienlijk te beperken; toen in 1310 de Raad van Tien de feitelijke macht in handen kreeg, was de D. niets meer dan de uitvoerder van hun besluiten.

In 1797 werd de waardigheid afgeschaft.De waardigheid van Doge werd omringd met groote uiterlijke praal. Zijn titel was: „Beheerscher van een vierde en een achtste van het rijk der Romeinen”. De hoogste feestdag was het huwelijk van den D. met de Adriatische Zee; hij voer dan uit op het staatsschip → Bucentaurus en wierp een gouden ring in zee. → Dogenmuts.

Ook te Genua was de D. de eerste magistraat. De waardigheid ontstond in 1339, kwam in 1528, evenals in Venetië, geheel onder de macht der aristocratie en hield in 1797 op te bestaan.

Lit.: H. v. Zwiedeneck-Südenhorst, Venedig als Weltmacht und Weltstadt (Monographien zur Weltgeschichte nr. 8); Ch. Diehl, Une république patricienne (Venetië 1915). Slootmans Dogenmuts Tot de kleeding der Venetiaansche → dogen behoorende muts, corno of beretta ducale genoemd; van 11e tot 13e eeuw rond en breed, later in den vorm van een Phrygische muts, met een metalen, met juweelen bezetten voorhoofdsband.

Onder dezen band oorkleppen en banden uit witte stof. De d. stond in het wapen der dogen boven het schild.

< >