(wisk.).
1° Van een vergelijking, is de d. een uitdrukking in de coëfficiënten der vergelijking, die alleen nul is als de vergelijking meervoudige wortels bezit.
2° D. van een getallenlichaam, → Basis.
Lit.: F. Schuh, Lessen over hoogere algebra (II 91924) ; R. Fricke, Lehrbuch der Algebra (III 1928); D. Hilbert, Die Theorie der algebraischen Zahlkörper (Jahresbericht der deutschen Mathematiker Vereinigung, 4, 1897). Verriest Discriminatiezin Discriminatiezin is het vermogen om twee afzonderlijke spitse punten, die op eenigen afstand van elkaar op de huid worden geplaatst, als afzonderlijk te herkennen. Staan zij te dicht bij elkaar, dan voelt men maar één punt. De afstand is voor verschillende plaatsen van het lichaam verschillend.
Op de tongpunt voelt men boven 1 mm de twee punten afzonderlijk, op de vingertoppen boven 2 mm, maar op den rug pas boven 67 mm (Weber). v. d. Sterren Discurides → Dioscorides.