De in het Symposion (= Drinkgelag) door Plato vermelde priesteres uit Mantinea, die Socrates zoogezegd heeft ingewijd in de door hem voorgedragen beschouwingen over de schoonheid en de (Platonische) liefde. De naam Diotima werd o.m. door Hölderlin tot deknaam gegeven aan zijn geliefde Sus.
Gontard (1769—1802), met wien hij een beroemde briefwisseling voerde. Ook de prinses Amalia Gallitzin noemde zich Diotima.Lit.: R. F. Amold, Die Briefe der Diotima (1921).