Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Dionysius van Alexandrië

betekenis & definitie

Leider der Alexandrijnsche catechetenschool (232) en bisschop (248), ✝ ca. 264. Bij paus Dionysius aangeklaagd wegens onzuivere leer, verdedigde hij zich, maar nam een gevaarlijke uitdrukking terug.

Van zijn werken zijn slechts fragmenten van brieven overgeleverd door Eusebius in zijn Kerkgeschiedenis.Uitg.: Migne, Patr. Graeca (10, 1233—1244); Feltoe, Letters and Treatises of D. of A. (1919); Burel, Dénis d’A. (1910); Bardy, in Rech. d. Sciences relig. (1924, 399-410). Franses Dionysius de Areopagiet Door S. Paulus te Athene bekeerd (Act. 17. 34) en tot eersten bisschop dezer stad benoemd. Later verward met S. Dionysius, bisschop van Parijs.

Omstreeks 500 maakte een Grieksch kerkelijk schrijver gebruik van den naam van D. A. om zijn eigen geschriften ingang te doen vinden, hetgeen inderdaad gelukte. Deze werken zijn: Over de goddelijke namen, Over de mystieke godgeleerdheid, Over de hemelsche hiërarchie, Over de kerkelijke hiërarchie. Dikwijls vertaald (door Hilduinus, Scotus Eriugena, Joannes Sarracenus, Robert Grosseteste, Traversari e.a.) en gecommentarieerd, hadden zij grooten invloed op de middeleeuwsche theologie. De Humanisten (L. Valla, Erasmus, enz.) bewezen de onechtheid dezer pseudo-Dionysische werken en der tien brieven, op naam van D.

A. in omloop. Stiglmayr en Hugo Koch bewezen zijn afhankelijkheid van Proclus. De eerste meende den Pseudo-Dionysius te identificeeren met Severus van Antiochië, hetgeen Lebon e.a. niet aannemen. Wel schijnt hij in Syrië te hebben geschreven. Zijn ,, Kerkelijke hiërarchie” is een voorname bron voor de kennis der Antiocheensche liturgie van zijn tijd.

Uitg.: Oordier (Antwerpen 1634); Migne, P. G. (3-4).

Vertalingen: Migne, P. L. (122 e.a.); Bibl. der Kirchenvater (Kempten 1911; vert. en lit.)

Lit.: Bardenhewer, Gesch. d. altkirchl. Lit. (IV 1924, 282-299); Scholastik (III 1928, 1-27, 161-189); New Scholasticism (III 1929, 353-443); Revue d’Histoire Eccl. (XXVI 1930, 880-915 ; XXVIII 1932, 296-313); Studia Catholica (X 1934, 356-366). Lampen Dionysius van Augsburg Volgens sommigen de eerste bisschop van Augsburg. Volgens de legendarische Conversio S. Afrae zou hij de oom van de H. → Afra geweest en na haar den marteldood gestorven zijn. Anderen houden, met meer waarschijnlijkheid, Zosimus voor den oudsten bisschop van Ailgsburg; zij plaatsen dan vóór Zosimus den martelaar Dionysius. Feestdag 26 Febr. J. v.

Rooij
Dionysius Exiguus (= de geringe, zooals hij zichzelf noemde), * in Scythië, kwam omstreeks 500 naar Rome, werd monnik en abt, ✝ omstr. 540. Verzamelde Grieksche en Lat. canones der conciliën en pauselijke decretalen, samen bekend als (collectio) Dionysiana. Ook als vertaler werd D. bekend, doch vooral bleef hij beroemd om de invoering der Christelijke jaartelling, waarbij hij de geboorte van Christus in het jaar 754 na de stichting van Rome stelde, hetgeen echter ongeveer 5 jaren te laat is. Ook werd toen de Alexandrijnsche Paaschcyclus van 19 jaren ingevoerd, die, zooals Conybeare heeft aangetoond, aan S. Cyrillus moet worden toegeschreven.

Werken: Migne, Patr. Lat. (LXVII).

Lit.; Cassiodorus, Institutiones (I, 23); Fr. Maassen, Gesch. der Quellen und der Lit. des kanon. Rechts (I Graz 1870, 132-136); Bardenhewer, Gesch. d. Altkirchl. Lit. (V 1932, 224-228, 538-539). Lampen Dionysius van Genua Familienaam: Tassorelli, Ital. Capucijn en geschiedschrijver; * 18 Mei 1636 te Genua, ✝ 1695 aldaar.

Hij schreef: Bibliotheca Scriptorum S. Francisci Capucinorum (Genua 1680); door zijn confrater Bemardus van Bologna in 1747 verbeterd en voortgezet. Ofschoon op vele plaatsen onnauwkeurig, is dit werk de eenige bron op dit gebied.

Lit.: Dict. de Théol. Cath. (IV Parijs 1911, 429). p. Placidus Dionysius de Kartuizer Monnik, scholastiek philosoof, theoloog, geestelijk schrijver. Eigenlijk genaamd D. van Leeuwen of, naar zijn geboorteplaats in Belgisch Limburg, van Rijckel. Men gaf hem den eeretitel: doctor exstaticus. * 1402, ✝ 12 Maart 1472 te Roermond. D. stamde uit een voornaam geslacht en trad, na te hebben gestudeerd aan de universiteit van Keulen, in 1422 als monnik in het Kartuizerklooster Bethlehem te Roermond.

Gedurende korten tijd is hij procurator van dat convent geweest. In 1451 heeft hij den kardinaal Nicolaas van Cusa vergezeld op een gedeelte van diens bekende visitatiereis. In 1466 belastte de Grande Chartreuse hem als rector met de stichting van een nieuw klooster bij Den Bosch. In 1469 is hij teruggekeerd naar Roermond. Hij werd in de chartreuse aldaar begraven. Zijn schedel wordt bewaard in de kathedraal van Roermond.

Zijn roem verbreidde zich niet alleen door zijn geschriften, maar ook door zijn streng leven, zijn geestvervoeringen en zijn optreden als raadsman van voorname kerkelijke personen en vorsten. Hij heeft een enorme werkzaamheid aan den dag gelegd en was een der grootste scholastieken der latere middeleeuwen. Zijn geschriften, die zoowel in handschrift als in druk over de geheele beschaafde wereld zijn verspreid, behandelen hoofdzakelijk onderwerpen op het gebied der exegese, wijsbegeerte, godgeleerdheid, canoniek recht, mystiek, ascese en sociologie. Men vindt er voorts werken onder van homiletischen en polemischen aard. Een moderne, zoo volledig mogelijke uitgave dezer opera, welke 42 zware quarto-deelen omvat, is in 1896 en volgende jaren door de Kartuizers bezorgd. Herhaaldelijk hebben er plannen bestaan om een proces voor zijn zaligverklaring aanhangig te maken.

Werken: Opera Omnia (Monstrolii 1896 etc.).

Lit.: A. Mougel, Dionysius der Karthauser 1402— 1472 (Mühlheim a.d. Ruhr 1898) en de daar aangehaalde literatuur. Voorts: Nw. Ned. Biogr. Wbk. (deel II) en de daar aangehaalde nieuwere literatuur; Dionysius de Karthuizer in Beeld (in Opgang, 1924, blz. 761 vlg.).

Scholtens Dionysius van Milaan Aartsbisschop van Milaan, vurig strijder voor de rechtzinnigheid der Katholieke leer in de tweede helft der 4e eeuw. Toen Eusebius van Vercelli op de synode van Milaan in 355 eischte, dat eerst de geloofsbelijdenis van Nicea moest onderteekend worden, nam D. als eerste de pen op, welke hem ontrukt werd door den Ariaan Valentius van Mursia. Er ontstond een algemeene verwarring, D. werd afgezet en door keizer Constantius naar Armenië verbannen, waar hij stierf. In 375 liet de H. Ambrosius zijn stoffelijk overschot naar Milaan overbrengen. Feestdag 25 Mei.

Lit.: Acta S.S. Maii (VI 1688, 44 vlg.). J. v. Rooij Dionysius a Nativitate Zalige, Ongeschoeid Carmeliet, missionaris en martelaar. * Dec. 1600 te Honfleur (Fr.), ✝ Nov. 1638 op Sumatra. Als ervaren zeevaarder en cosmograaf ging hij over in Portugeeschen dienst, kwam zoo in Oost-Indië en trad in 1634 te Goa in de Orde van den Carmel. Hij werd door zijn oversten, tegelijk met zijn zaligen medebroeder Redemptus a Cruce, ter assistentie toegevoegd aan het gezantschap naar den vorst van Atjeh op Sumatra, alwaar beiden op verraderlijke wijze werden gevangen genomen en den marteldood stierven. C. Speet Dionysius van Parijs Heilige, eerste bisschop van Parijs.

Volgens Gregorius van Tours (Hist. Franc. I, 31) werd hij met zes andere bisschoppen door paus Fabianus in het midden der 3e eeuw vanuit Rome naar Gallië gezonden en stierf daar den marteldood. Zonder eenigen opzet werd hij ca. 835 door Hildwinus van St. Denis geïdentificeerd met Dionysius den Areopagiet en aangezien voor den auteur van de pseudo-areopagitische geschriften. De wonderbaarlijke gebeurtenissen, welke zijn marteldood zouden vergezeld hebben (hij zou zijn eigen hoofd naar de begraafplaats gedragen hebben), behooren tot het rijk der legenden.

D. behoort in Frankrijk tot de nationale heiligen en is één van de 14 Noodhelpers. Feestdag 9 Oct.

Lit.: Acta S.S. Oct. (IV1856, 696—855). J. v. Rooij Op voorstellingen in de kunst wordt D. vaak in de groep der Noodhelpers vervangen door den H. Nicolaas of den H. Sixtus, daar hij als onthoofde bisschop (in de Noordelijke streken draagt hij zijn afgeslagen hoofd in de handen of op een boek) afschrikt.

Lit.: Le culte de St. Denis et ses compagnons, in Revue de l’art chrét. (1908—’09). Meijer Dionysius Periegetes Grieksch geograaf uit de 1—2e eeuw, auteur o.m. van een dichterlijke, doch voor zijn tijd reeds verouderde aarde- en landenbeschrijving in 1185 hexameters, berustend op de werken van Apollonius van Rhodus, Callimachus en Posidonius. D. werd tot in de middeleeuwen veel gelezen en geparaphraseerd door Rufius Festus Avienus (4e eeuw) en Priscianus (6e eeuw).

Uitg.: Muller, Geographici Graeci Minores (II1861). Pottelbergh Dionysius van Rijckel → Dionysius de Kartuizer.

< >