is een → geheimtaal, die door zijn woordvoorraad het karakter draagt van een vaktaal voor dieven. Ze is ontstaan uit het -→ Bargoensch, dat er de kern van vormt, en komt daar in innerlijke structuur mede overeen.
L i t.: dr. J. G. M. Moormann, De Geheimtalen 1932,' 61-83); idem, De Geheimtalen, Bronnenboek 1934, passim). Moormann.