Diederike van Assenede - noemt zich tweemaal, v. 28 en v. 1356, de dichter van den hoofschen roman Floris ende Blancefloer. Hij wordt gewoonlijk vereenzelvigd met een klerk, griffier, beheerder van het grafelijk domein, van de zwartoogige Margareta van Henegouwen.
Deze komt voor in oorkonden van 1262 en 1273 en is vóór 1290 gestorven. Ook de Beatrijs-legende wordt, op meer dan losse gronden, hem toegeschreven.
Of was misschien diens vader, die ook wel, als de oudste zijner zoons, Diederic zal geheeten hebben, reeds de dichter?Lit.: dr. P. Leendertz Jr., in zijn uitg. van Fl. en BI. (1912 CXVI vlg.); Stracke S.J., Leuvensche Bijdragen (1927).
V. Mierlo.