Diderot - Denis, vooraanstaand Fransch schrijver der Verlichting. * 5 Oct. 1713 te Langres, † 31 Juli 1784 te Parijs. Opgevoed bij de Jezuïeten.
Onberaden huwelijk. Zijn levenswerk is de totstandkoming der Encyclopédie (35 dln. 1751-1780), die, door D. en D’Alembert opgezet, vanaf het derde deel uitsluitend onder D.’s redactioneele leiding staat, en waarvan D. zelf de belangrijkste artikelen schreef (o.a.
Christendom, Geloof, Moraal, Voorzienigheid). Zijn „verlichte” ideeën trachtte D. ook te propageeren door het schrijven van romans en tooneelstukken.
Beroemd door Goethe’s vertaling (1805): Le Neveu de Rameau. Op uitnoodiging van Catharina II, die hem financieel steunde, was hij in 1773-’74 in Rusland. Red.De wijsbegeerte van Diderot is in haar ontwikkeling kenmerkend voor die der Verlichting. Aanvankelijk stond hij op theïstisch standpunt om later, over een deïstische phase, te komen tot een naturalistisch pantheïsme: er is slechts één wezen, het heelal, waarin alle verschijnselen door een immanente wetmatigheid te verklaren zijn. In het godsdienstig geloof ziet D. een bron van allerlei onheil.
F. Sassen.
Werken o.a.: Pensées philosophiques (1746, deïstisch; op last van het Parlement verbrand); Promenade d’un sceptique (1747, o.a. tegen het Katholicisme); Pensées sur I’interprétation de la nature (1754, materialistisch). Volledige uitgave door Assézat en Toumeux (20 dln. Parijs 1875-’77). — Lit.: Roretz, D.’s Weltanschauung (1914); J. le Gras, D. et l'Encyclopédie (Amiens 1928); Dieckmann, Stand und Probleme der D.-Forschung. — Over D. en de muziek o.a.: E. Schramm, Goethe und D.’s Dialog „Rameaus Neffe” (Zeitschr. f. Musikwissenschaft, Juni 1934).