Didascalia - (Gr., = onderrichting),
1° in Oud-Griekenland oorspronkelijk de dramatische en lyrische opvoeringen, door den dichter zelf aangeleerd. Later worden door d. de officieele oorkonden aangeduid, die onder vorm van regelmatig aangevulde lijsten alle bijzonderheden over de vermelde opvoeringen bevatten.
V. Pottelbergh.
2° „Leer der twaalf Apostelen”, behoort tot de groep der pseudo-apostolische kerkordeningen. Het bevat evenals de ➝ Didachè, maar in uitgebreider vorm: zedelessen en kerkrechtelijke en liturgische bepalingen, wijdingsformulier enz. Daarom van belang voor geschiedenis der kerkelijke organisatie en der liturgie. Het werd omstreeks het midden der 3e eeuw samengesteld in Syrië. De Grieksche tekst ging verloren, maar een Syrische vertaling en fragmenten van een Latijnsche bleven bewaard. In vrije bewerking is het overgenomen in de eerste zes boeken der ➝ Apostolische Constituties, waarmee ook een Arabische en een Ethiopische D. samenvallen.
Uitg.: Funk, D. et Constitutiones Apostolorum (I-II 1906); Connolly, D. apostolorum. The syriac version translated (1929). — Lit.: Schwartz, Ueber die pseudo-apostolischen Kirchenordnungen (1910); Bardenhewer, Gesch. d. altkirchl. Lit. (II 1914); Rauschen-Altaner (1931). Franses.