Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Demak

betekenis & definitie

Demak - 1° regentschap, afdeeling Semarang, provincie Midden-Java, omvat de districten Demak, Wedoeng, Grogol, Mranggen en Samboeng. Bestaat geheel uit vlakte en heeft een warm klimaat.

Zeer droog in den Oostmoesson, werd in den Westmoesson veel schade aangericht door bandjirwater. Eertijds kwam hier dikwijls voedselschaarschte voor. Door de Demaksche waterwerken, waardoor 61 900 bouws sawah worden bevloeid, is hierin veel verbetering gekomen. Weggenomen is dit euvel echter niet.

Bevolkingsgewassen zijn rijst, maïs, aardnoten, tabak, suiker en vroeger ook katoen. Suiker komt mede voor als ondernemingscultuur. Wordt doorsneden door den Semarang-Joana-stoomtram (S.J.S.). Zielental bedroeg eind 1930: 383 036 Inheemschen, 74 Europeanen, 1737 Chineezen en 39 andere Vreemde Oosterlingen. Opp. 1 078,72 km2; bevolkingsdichtheid 357 per km2. De inheemsche bevolking is geheel Javaansch; de taal is Javaansch.

2° Een historisch belangrijk plaatsje in het gelijknamige regentschap. Er woonden eind 1930: 42 Europeanen, 7964 Inheemschen, 767 Chineezen en 10 andere Vreemde Oosterlingen. Wordt bezocht door een der Paters Jezuïeten vanuit Semarang.
D. werd in het begin der 16e eeuw de zetel van het eerste Moslimsche vorstendom op Java. Van vroegeren luister is weinig overgebleven. Het oude paleis waarnaar de plaats in het Javaansch ook Bintoro heet (Sanskrit abhyantara, binnenhof), is verdwenen. De moskee te D. wordt nog steeds zeer druk bezocht, vooral op de grebeg besar (Mohammedaansche feestdag). D. is thans weinig aantrekkelijk, ligt aan de lijn van Semarang naar Rembang der S.J.S. en is via Poerwodadi verbonden door de lijnen van de Nederlandsch-Indische Spoor (N.I.S.) met de Vorstenlanden.

Brokx.

< >