Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Delff

betekenis & definitie

Delff - naam van schildersfamilie te Delft. Oudste lid is Jacob, * ca. 1550 te Gouda, † 1601 te Delft, waar hij sinds 1582 woonde.

Portretschilder; als zoodanig belangrijke figuur uit die periode. Twee zijner hoofdwerken zijn een familiegroep (wel zijn eigen familie voorstellend) in het Rijks Museum en een schutterstuk met 31 figuren van 1592 in het stadhuis te Delft. Hij had twee zonen, die kunstenaars waren:

Cornelis, * 1571, † 1643, die uitsluitend stillevens geschilderd heeft (Rijks Museum, Frans Hals Museum) en Willem, * 1580, † 1638, die een beroemd graveur werd. Deze kwam in de leer bij zijn vader, waar hij nog portretten moet geschilderd hebben, daarna waarschijnlijk bij Wierix om zich geheel op de gravure toe te leggen. Hier ontwikkelde hij zich tot een der grootste kopersnijders van zijn tijd hier te lande, kwam tot hoog aanzien en tot aanzienlijken welstand; o.a. kreeg hij den titel van „graveur van den Koning van Engeland”. Hij sneed een reeks beroemde tijdgenooten in het koper, buitendien de meeste portretten van Mierevelt (die zijn schoonvader was) en verschillende van A. v. d. Venne, Duyster e.a. Zijn werk munt uit door zorg en staat technisch zeer hoog; daarbij wist hij aan elke beeltenis een persoonlijken trek te geven. Hij liet een zoon na, Jacob, * 1619, † 1661, die portretschilder was. Deze was leerling van zijn vader en van zijn grootvader Mierevelt; vooral de invloed van den laatste is in zijn overigens zeer verdienstelijke portretten goed te herkennen. Waarschijnlijk een lid van dezelfde familie was ook Nicolaas, † 1620 te Delft, wiens eenig werk, een glasschildering met volle signatuur, in het Rijks Museum bewaard wordt.

Lit.: v. Wurzbach, Nied. Künstlerlex.

Schretlen.

< >