Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Delator

betekenis & definitie

Delator - (Lat.), aanklager, aanbrenger; meerv.: delatores. Bij de Romeinen ging in iudicia publica de nóminis delatio of gerechtelijke aanklacht uit van particuliere personen, daartoe vaak geanimeerd door belooningen.

Tijdens de regeering van Tiberius werd dit aanklagen een winstgevend bedrijf voor ambitieuze redenaars en zoo vormden deze delatores ook onder latere keizers een voor hun medeburgers verderfelijk instrument in de handen van de regeering. Bekende delatores waren onder Tiberius: Caepio Crispinus en Romanus Hispo, de eerste delatores; dan: Domitius Afer. Onder Caligula, Claudius en Nero: Suillius, Messalina’s dienaar en Seneca’s aartsvijand; Cossutianus Capito en Eprius Marcellus, de aanklagers van Thrasea. Onder de Flavii: Vibius Crispus, Palfurius Sura, Metius Carus en vooral Regulus, door Plinius den jongeren beschreven. Over het algemeen waren de d. meer laag en wreed dan begaafd.

Davids.

Delâtre ➝ Delattre.

< >