Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Deharbe

betekenis & definitie

Deharbe - J o s e p h, Jezuïet, redenaar en vooral catecheet; * 1800 te Straatsburg, ✝ 1871 te Maria-Laach. 1817 Jezuïet te Brig in Zwitserland, studiën te Brig en Freiburg in Zw., 1828 priester gewijd, na 1830 prof. in de rhetorica te Brig, van 1842—’45 verblijf te Köthen, 1845 prof. in de welsprekendheid te Freiburg, 1846 in de pastoraal te Luzern, 1848 in Italië, 1849 in Oostenrijk, na 1850 wegens doofheid bijna uitsluitend bezig met catechetisch werk te Regensburg, Münster i. W., Gorheim, Paderborn, Keulen. Zijn catechismus, aansluitend bij Petrus Canisius, verscheen voor het eerst anoniem in 1847 te Luzern, werd ingevoerd in Limburg, Trier, Hildesheim, heel Beieren, Keulen, Mainz, Paderborn, Fulda, Ermland, Gnesen-Posen, Kulm, ook buiten Duitschland, zelfs in N. Amerika en Brazilië;

vertaald in meer dan een dozijn talen; bewerkt in vijf verschillende uitgaven; daarnaast verschillende catechismusverklaringen.

Voorn, werken: Gründliche und leichtfaszliche Erklärung des katholischen Katechismus (mit Religionsgeschichte, 5 dln. 1857—64); Kürzeres Handbuch zum Religionsunterricht in den Elementarschulen (2 dln. 1865—’68) ; Die vollkommene Liebe Gottes in ihrem Gegensatze zur unvollkommenen, dargestellt nach der Lehre des hl. Thomas v. Aquin (1856). — Lit.: J. Linden S.J., Der mittlere D.sche Katechismus als Versuch zur Lösung der Katechismusfrage neu bearbeitet; mit einer hist. krit. Abhandlung über denselben als Vorw. (1900). Rombouts.

< >