Dechamps - 1° Adolphe, Belgisch Kath. staatsman; * 18 Juni 1807 te Melle bij Gent, ✝ 16 Juli 1875 te Scailmont bij Manage. Doordrongen van de theorieën van Lamennais, nam hij het omstreeks 1828 als journalist op voor de vrijheid in alles en voor allen.
In 1834 te Aat tot lid der Tweede Kamer verkozen, vervulde hij dit ambt schier onafgebroken tot in 1864; hij was een der meest vooraanstaande redenaars en leiders der Katholieken; had een groot aandeel in het tot stand komen der wet op de gemeentelijke inrichting en op de schoolwetgeving van 1842. In 1843 werd hij in het Unionistisch ministerie Nothomb minister van Openbare werken en breidde het spoorwegnet uit; in 1845 gaat hij over naar Buitenlandsche Zaken en beijvert zich voor het tot stand brengen der handelsovereenkomsten met de andere landen. In 1847 treedt hij met zijn partij in de oppositie tot in 1864; hij bekampt vinnig de vrijzinnige politiek van Frère Orban. Deze strijd put hem uit; ontgoocheld en niet altijd begrepen door zijn partijgenooten trekt hij zich terug uit het politiek leven.
Als publicist had hij, dank zijn talrijke studies, die van een scherpe visie en realiteitszin getuigen, een grooten invloed op de Europeesche politiek. In 1837 stichtte hij met Dedecker de Kath. Revue de Bruxelles; hij was ook medewerker aan de Revue Générale.
Lit.: E. De Moreau, Adolphe Dechamps, 1807—1875 (Brussel 1911).
Uytterhoeven.
2° Victor August, Redemptorist, kardinaal-aartsbisschop, primaat van België, kanselredenaar, apologeet, ijveraar voor het Katholieke leven, kampvechter in den Belgischen schoolstrijd; op hetvVaticaansch Concilie verdediger der onfeilbaarheid en voornaamste ontwerper van de Constitutie Dei Filius, waarin zijn apologetisch systeem (démonstration catholique) tot uiting kwam.
* 5 Dec. 1810 te Melle bij Gent, ✝ 29 Sept. 1883 te Mechelen; priester 1834, Redemptorist 1835; medestichter van de Aartsbroederschap der H. Familie, Luik 1844; godsdienstleeraar der koninklijke prinsen 1851. Na den bisschopszetel van Luik in 1852 te hebben afgewezen, werd hij 1865 bisschop van Namen, 1867 aartsbisschop van Mechelen en 1876 kardinaal.
Uitg.: Oeuvres complètes (18 dln. Mechelen 1879).
Lit.: Saintrain, Vie du Card. D. (Doornik 1884); Dict. Théol. Cath. (IV 178-82); M. De Meulemeester, D. et Leop. II (Esschen 1927); A. Kremer, Revue des Sciences Phil. et Théol. (1930).
Mosmans.