Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Davies

betekenis & definitie

Davies - 1° John, Engelsch dichter uit de school van Spenser, rechtsgeleerde van beroep;

* 1569, ♱ 1626. Schreef vooral een schitterend gedicht ter verheerlijking van den dans, Orchestra (1596), en een philosophisch leerdicht over de onsterfelijkheid der ziel, Nosce teipsum. In 1603 werd hij naar Ierland gezonden, waar hij met geweld het Protestantisme trachtte in te voeren. Hij is een van de bewerkers der heillooze Ulster-kolonisatie.

2° William Henry, Engelsch dichter en prozaschrijver; * 1870 te Newport (Wales). Nog als jongen liep hij thuis weg en zag zwervende, bedelend of werkend, aan zijn levensonderhoud te komen. Zijn werk is van een groote aantrekkelijkheid door een uitersten eenvoud en onbevangenheid; hij is de dichter der natuur en van het medelijden; zijn erotische poëzie is echter niet altijd fijnzinnig. Zijn autobiographisch proza is onbevangen, klaar en oprecht.

Werken: o.m. Collected Poems (1928); Autobiography of a Super-Tramp (1908); Later Days (1925).

< >