Damme - gem. in West-Vlaanderen, ten N.O. van Brugge, gelegen aan het kanaal van Brugge naar Sluis, het Leopoldkanaal en de vaart van Schipdonk. Opp: 1 161 ha; ca. 1 200 inw.
Geschiedenis. D. kwam tot stand in 1178. Door dijken en „dammen” moest Brugge beschermd worden tegen de indringende zee. D. was door een zeearm, het Zwin (Swin of Sincval), verbonden met de Noordzee en door de Reie, een voortzetting van het Zwin, met Brugge. Door de graven van Vlaanderen, o.a. door Philips van den Elzas, werd D. met keuren en privilegiën verrijkt, waardoor het een der aanzienlijkste steden werd van Vlaanderen (1180). De naijver van den koning van Frankrijk belemmerde eenigszins de ontwikkeling van de stad.
Hier werd in 1213 de vloot van Philip August, welke 1700 schepen telde, door de Engelschen en de Vlamingen verslagen. D. werd vernield, doch weldra verrees het weer, machtiger dan vroeger: in de 13e eeuw was D. de voorhaven van Brugge, het centrum van den handel tusschen N. en Z. Europa en de groote stapelplaats van de Hanze. In 1252 zocht Gent door de Lieve een verbinding met D. en met de Noordzee. In de 14e eeuw neemt Sluis de plaats in van D. als voorhaven van Brugge: het Zwin begint stilaan te verzanden, in de 16e eeuw is het enkel nog een kanaal; later verdwijnt het heelemaal. Belangrijke historische feiten te D.: het huwelijk van Philips den Goeden met Isabella van Portugal in 1429 en het huwelijk van Karel den Stouten met Margareta van York in 1468.
Slechts enkele monumenten herinneren aan de vroegere grootheid van Damme: 1°het stadhuis (de vroegere hallen, gebouwd in 1242), herbouwd rond 1464 en hersteld in 1860; 2°enkele ruïnen van de vroegere O. L. Vrouwekerk, gebouwd in 1180 en verwoest in 1578 (haar massieve toren is misschien een vuurtoren geweest van het Zwin); men treft er een wijd-vermaard Christusbeeld aan uit de 15e eeuw; 3°het St. Jans-hospitaal, gesticht in 1249 door Margareta van Constantinopel; nu is er een oudheidkundig museum in gevestigd; 4°enkele oude huizen (o.a. de Sterre, 1440, en het huis van Eustachius Weyts, 15e eeuw). Jacob van Maerlant, „die vader der dietsche dichtren algader”, werd geboren te D. in 1235. In 1860 richtte men hem voor het Stadhuis een standbeeld op.
Lit.: Warnkoenig, Sur la ville de Damme au Moyen-Age (1835); Maequet, Histoire de la ville de Damme (1856); A. De Smet, Het waterwegennet ten N.O. van Brugge in de 13e eeuw, in Rev. belge de phil. et d’histoire (1933 en 1934); Boes, De Lieve (1929). Houbart.