Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Dalem

betekenis & definitie

Dalem - (Maleisch en Javaansch, = diep, binnen).

In het Javaansch is dit woord gaan aanduiden het binnenste gedeelte van een hoofdenhuis, dat achter de pringgitan (wajang-plaats) ligt en in gebruik is voor het familieleven en voor den eerdienst van de huisgeesten. Omdat zulke binnenhuizen alleen in de woningen der hoofden te onderscheiden zijn, is dalem als pars pro toto ook paleis gaan beteekenen, terwijl het daarvan afgeleide adjectief, Oud-Javaansch adalem, thans dalem, paleisbewoner, vorst, majesteit is gaan beteekenen. Men kent dit in abdi dalem (= dienaar van den vorst), d.i. ambtenaar, en in den titel van den Soesoehoenan: sampéjan dalem = ’s Heeren Voeten. Berg

< >