Cutterzuigers - (< Eng. to cut = snijden) worden gebruikt daar, waar de te verwerken grond voor een profielzuiger te zwaar is, zooals zand vermengd met klei of een andere taaie substantie. Om bovenstaande massa zuigbaar te maken zijn voor den mond der zuigbuis messen aangebracht, gemonteerd op een groot wiel op zoodanige wijze, dat de te verwerken massa in zeer kleine afmetingen aan de zuigbuis wordt toegevoerd.
Het wiel, waarop deze messen gemonteerd zijn, wordt in beweging gebracht door een machine, op de zuigbuis zelf gemonteerd of anders op de zuigbuisladder, daar de as dezer machine een zekere helling moet aannemen om den snijkant der messen beter tot zijn recht te laten komen. De te verwerken massa volgt denzelfden weg als bij de → profielzuigers. De wijze van voortbeweging is als volgt: op het achterschip zijn in een grooten cirkel twee palen aangebracht, welke om den ander in den grond gedreven worden en wel: heeft de c. een snede van links naar rechts gedaan, dan wordt de draaicirkel door middel van staaldraden omgetrokken, totdat de tweede paal in het verlengde van den eersten komt te staan; de tweede wordt dan in den grond gedreven en de eerste er uit getrokken om na het volbrengen van dezen tweeden gang weer te worden gebruikt. Het geheele vaartuig wordt op één centrale lier bediend, de voorzijdraden voor het zwenken loopen in dit geval over schijven, bevestigd aan het ondereinde der zuigbuisladder, welke opgehangen is in een klein beun. Afmetingen van zulk een vaartuig: lengte 45 m, breedte 12 m, holte 3,15 m; omw./min. der cutter 12, grootste zuigdiepte 12 m, opbrengst 1100 m3/uur. Lengte van de drijvende perspijp 400 m, diam. der perspijp 500 mm.
Lit. : P. M. Dekker, Ontwikkeling van het baggermateriaal; M. Paulmann und Blaum, Die Bagger und die Baggereihilfsgerate; C. B. Massy, The engineering of excavation. E. Bongaerts