Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Cursief

betekenis & definitie

Cursief - wordt, in de palaeographie, het schrift genoemd, dat gebruikt werd voor brieven, documenten, aanteekeningen van voorbijgaanden aard, in tegenstelling met het monumentale en het boekschrift. Het cursiefschrift is meer loopend (Lat. currere = loopen) en vrijer van vorm.

De Romeinsche → majuskelcursief, ook kapitaalcursief geheeten, dateert van de 1e—4e eeuw. Oudste voorbeelden ervan zijn van een papyrus te Napels met een gedicht over den slag bij Actium, graffiti en wastafeltjes van Pompeji. Uit de majuskelcursief ontstond dan de dito minuskel. Ook latere schriftsoorten kennen naast boekschrift een cursief type: Karolingische, Gotische, Humanistische cursief. De laatste is thans algemeen, vooral in Italië (vandaar écriture italique), waar soms heele boeken cursief gedrukt worden. Het cursief schrift is gewoonlijk minder fraai en duidelijk dan het boekschrift en verbindt de letters, wat het monumentale en oudere boekschrift niet doet.<(verwijzing naar afbeelding>)

Lit.: B. Bretholz, Lateinische Paläographie (Leipzig —Berlijn 31926); M. Prou, Manuel de Paléographie (Parijs 41924). Lampen.

< >