Cueva - Juan de la, Spaansch dramaturg; * ca. 1550 te Sevilla, † ca. 1600. C. is leerling en opvolger van den grooten Humanist J. Mal-Lara.
Van 1574-’77 onder armoedige omstandigheden in Mexico. Keert daarna terug naar Spanje, waar hij in 1580 comedias publiceert, waarna in 1588 Comedias y Tragedias (uitg. Textos publicados por la Soc. de Bibl. esp. XL). C. is een der stichters van de Spaansche comedia, waarvoor hij de wetten vastlegde in Ejemplar poético (1606), en dat tevens de geschiedenis der Spaansche dichtkunst bevat. Zijn stof ontleent hij vooral aan de geschiedenis en de romances. Zijn werken staan op hooger peil en zijn van grooter regelmaat en verhevener stijl dan die van zijn voorgangers.
Verdere werken: o.a. El Infamador (waardoor El Burlador de Sevilla geïnspireerd werd); El Viejo enamorado; Muerte de Virginia, Mucio Scevola; Los Siete Infantes de Lara; La Muerte del rey don Sancho (nation. legende); La conquista de la Bética (1603); Coro Febeo de romances historiales (1587-’88; zwak lyrisch werk; bevat méér dan 100 balladen). — Lit.: Walberg, J. de la C. et son „Exemplar poético”, in Acta Universitatis Lundensis (XXXIX 1904); Rivadeneyra, Bibl. de aut. esp. (X en XVI); J. E. Gillet, Cu eva’s Comedia del Infamador and the don Juan Legend, in Modern Language Notes (XXXVII 1922).
Borst.