Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Crescentius I

betekenis & definitie

Crescentius I - Johannes, ook Censius, zoon van de beruchte Theodora de Jonge, hoofd van de familie der Crescentii, die zich in de 10e en 11e eeuw als de zoogenaamd nationale partij opwierp en den Duitschen invloed in Italië bestreed. C. I sloot paus Benedictus VI, dien hij als een creatuur van den keizer beschouwde, in den Engelenburcht op.

Daar liet hij hem wurgen (974) en stelde Bonifatius VII als tegenpaus aan. C. nam thans den titel van Patriciër aan en oefende te Rome een tiranniek bewind uit, doch was weldra gedwongen te vluchten. Later onderwierp hij zich aan keizer Otto II (ca. 980), werd een ijverig en boetvaardig monnik en stierf in 984 in het klooster S. Alessio te Rome.

Zijn zoon Johannes Crescentius II Nomentanus heerschte van 985-’96 als Patriciër in Rome en stelde op de meest willekeurige wijze pausen aan en zette ze af. Na de komst van Otto III in Rome (996) werd hij uit de stad gebannen, verkreeg echter op voorspraak van den nieuwen en uitstekenden paus Gregorius V gratie. Na Otto’s vertrek begon het oude leven opnieuw: Gregorius V werd verjaagd en een tegenpaus Johannes XVI aangesteld. In 998 belegerde de keizer den Engelenburcht, waar C. zich verschanst had, bestormde hem en liet C. met 12 gezellen onthoofden.

Zijn zoon Johannes Crescentius III († 1012) heerschte na den dood van zijn vader wederom een tiental jaren over Rome en de pausen. Ten slotte werd de macht der Crescentii door die der Tusculanen verdrongen. Maar ook dezen waren door hun brutaal ingrijpen in de aanstelling der pausen een ramp voor het pausdom.

Lit.: Duchesne, Les premiers temps de l'Etat Pontifical (Parijs 21904); Lex. f. Theol. u. Kirche (III).

Slootmans /Gorris.

< >