Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Crébillon

betekenis & definitie

Crébillon - 1° Claude Prosper Jolyot de, genaamd de Jongere, Fransche schrijver; zoon van Prosper Jolyot de C.; * 14 Febr. 1707 te Parijs, ✝ 12 April 1777 aldaar. Schreef libertijnsche romans, die hun bijval te danken hadden aan een schaamtelooze, sophistisch verfijnde sensualiteit, die hij voorstelt als het meest van zelf sprekende, het meest natuurlijke der dingen.

Ulrix.

2° Prosper Jolyot de, genaamd de Oudere Fransch tooneelschrijver; * 13 Jan. 1674 te Dyon, ✝ 17 Juni 1762 te Parijs. De hoofdtrek van zijn tragedies is het vreesaanjagen. Hij zocht in de mythologie de meest afschrikwekkende overleveringen op. Hij heeft het zelf gezegd: „Racine nam de wereld voor zich, Corneille den hemel; voor mij bleef slechts de hel over, en ik ben er dan ook blindelings ingesprongen.” De toestanden zijn in de werken van C. niet meer gevarieerd dan zijn psychologie.

Werken: o.a. Idoménée (1705); Atrée et Thyeste (1707); Rhadamiste et Zénobie (1711).

Lit.: M. Dutrait, Etude sur la vie et le théatre de C. (1895).

Ulrix.

< >