Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Coutances

betekenis & definitie

Coutances - arr.-hoofdstad in ’t Fr. dept. Manche (Normandië, 49° 10' N., 1° 30' W.), 6.401 inw. (1926); gelegen op een 92 m hoogen granietheuvel.

Bisschopszetel. Industrie van muziekinstrumenten en kant.

Met de kathedralen te Bayeux en Lisieux (koor) is die te C. een der hoofdvoorbeelden van de Normandische vroeg-Gotiek. Een nauwelijks uitspringend dwarspand verdeelt het grondplan in een vijfbeukig schip met transkapellen en een koor met omgang en krans van onderling ineenloopende kapellen. Het schip is gebouwd ca. 1230—1250 (de transkapellen 1251—1274), deels op grondslagen eener ca. 1090 gebouwde kathedraal, welker Westtorens ommanteld werden en nog altijd de kern vormen van het huidige Westwerk; het Oostelijk deel van het dwarspand en het geheele koor dateeren waarschijnlijk uit 1250—ca. 1270. Op de kruising verrijst naar Normandischen trant een open achtkante kruistoren („Le Plomb”, 57 m hoog), gedekt met een 16-deelig ribgewelf, zonder spits.

De kerk is overkluisd met kruisribgewelven, waarvan die in het koor, blijkbaar onder Engelschen invloed, een doorgaande kruinrib hebben. De kerk is inwendig 95 m lang en 28 m hoog. In het koor gebrandschilderde glazen (13e eeuw, geschonden).

Lit.: A. de Baudat en A. Perrault-Dabot, Les cathédrales de France (Archives de la Commission des Monuments historiques, Parijs z.j., 6e afl., 26); Congrès archéol. à Caen (I 1908, 247 vlg.); K. H. Clasen, Die Gotische Baukunst (Wildpark-Potsdam 1930, 67).

Vermeulen.

< >