Eigenlijk: Cornelis Cornelissen van den Steen, Belg. Jezuïet, exegeet. * 1567 te Bocholt (België), ♱ 1637 te Rome. Hij doceerde te Leuven H.
Schrift en Hebreeuwsch, ging in 1616 naar Rome en was tot aan zijn dood prof. aan het Romeinsch college. Hij werd beroemd door zijn commentaren op bijna alle boeken van het Oude en Nieuwe Testament. Zijn werken zijn dikwijls herdrukt en in de moderne talen omgezet.
Voor zijn tijd was hij een buitengewoon exegeet en werd door allen geprezen. Soms is hij wat langdradig en te veel allegorisch. Daarom viel hij vooral in den smaak bij predikanten.
Toch hebben zijn werken voor ons nog waarde.Werken: o.a. In Omnes D. Pauli epistolas (Antwerpen 1614); In Pentateuchum (1616); In Jeremiam, Threnos et Baruch (1621); In quatuor Prophetas majores (1622). Een vollediger lijst in Dict. de la Bible (III, 1014).