Cordillera - Spaansch woord voor ketengebergte, speciaal toegepast op het gebergte langs de W. kust van Z. Amerika: de Cordillera de los Andes (II 808 BC 1-6). Het gebergte is zeer heterogeen, zoowel oude als sommige zeer jonge elementen komen erin voor.
Een betrekkelijk lang gebergte is de kustcordillera van Chili, dat in Z. Chili het overlangsche dal van den Oceaan afscheidt. Een zeer jong gebergte ligt in N. Peru en Z. Equador, waar dikke, Tertiaire sedimenten geplooid aanwezig zijn. Een zeer groot deel der C.-lagen bestaat uit Mesozoïsche afzettingen, waarbij veel eruptiefmateriaal voorkomt. Groote vulkanische werkzaamheid had ook plaats in het Tertiair; aan de oppervlakte en door denudatie zijn blootgelegd andesieten, basalten, diorieten. De tegenwoordige vulkanische activiteit is bekend uit de geweldige vulkanen in de C. Belangrijke afzettingen van ertsen zijn op zeer groote schaal gevormd in dit gebergte: koper, tin, goud, platina. De kenmerken van dit Amer. ketengebergte zijn: geringere plooiing en sterk vulkanisme, dit in tegenstelling met de Alpen. Zuylen Cordoba → Cordova.