Contractpolis - Ned. naam voor police d’abonnement, police flottante, General Police, floating police of continuing police. Komt hoofdzakelijk voor in de zeeverzekering en de herverzekering.
Zeeverzekering.
Bij een c. wordt verzekerd tot een bepaald maximum (bijv. per schip) iedere aflading, die tijdens den duur der verzekering aan of door den verzekerde wordt gedaan. Zoodanige verzekering kan voor een bepaalden tijd worden gesloten, doch ook tot wederopzegging. Ingevolge de polisvoorwaarden is de verzekerde gewoonlijk verplicht iedere daaronder vallende aflading onverwijld mede te deelen, volgens de Antwerpsche c. binnen 24 uur na de ontvangst der documenten, waardoor de aflading wordt bevestigd (déclaration d’aliment, application).
De c. is door de Belg. wet nergens uitdrukkelijk geregeld. Art. 650 Ned. W. v. K., dat op deze verzekering doelt, vermeldt ten overvloede de verplichting van den verzekerde om te bewijzen, dat het verzekerde goed tijdens den duur der verzekering in het schip, dat een ramp geleden heeft, geladen was.
Een bijzondere vorm van c. is die, waarbij de verzekerde één enkele premie betaalt tot dekking van al de verzendingen, die hij gedurende een bepaalden tijd tusschen bepaalde plaatsen zal doen, met vaststelling van een maximum per schip of per zending (Pauschal-Police, Police forfaitaire).
Herverzekering.
Bij een c. neemt de herverzekeraar de verplichting op zich om, tegen een overeengekomen gedeelte der premie gedurende een bepaalde periode, ofwel een deel van alle of van sommige door den verzekeraar gedekte risico’s, ofwel alle of sommige excedenten van den verzekeraar te herverzekeren.
Lit.: Molengraaff, Leidraad (II § 72); Nolst Trenité, De zeeverzekering (2I); Smeesters, C. Droit mar. et Droit fluvial (II); Sohr en Van Doosselaere, Les Ass. Transport (nr. 73); Rép. prat. Dr. b. Ass. mar. (nr. 36).
Ariëns/V. Dievoet.
Contractsvrijheid of partij-autonomie (Recht). De rechtsgenooten kunnen over het algemeen hunne betrekkingen vrijelijk bij overeenkomst regelen; alle wettig gemaakte overeenkomsten strekken dengenen, die ze hebben aangegaan, tot wet (art. 1374 Ned. B.W.; art. 1134 Belg. B.W.). Sommige regelingen zijn echter geheel of grootendeels aan het goedvinden van partijen onttrokken, zooals de ordening van den staat der personen, het familie- en procesrecht.
Overigens kunnen partijen afwijken van het zgn. ➝ regelend recht, doch niet elkaar als wet opleggen hetgeen rechtens onaanvaardbaar is, als strijdig met het zgn. ➝ dwingend recht, hetzij de overeenkomst, naar haar inhoud, bij de wet is verboden, hetzij de contractsinhoud in strijd is met de ongeschreven regelen, samengevat in den rechtsterm „openbare orde of goede zeden” (art. 1373 Ned. B.W.; art. 6 en 1131-1133 Belg. B.W.); zulk een overeenkomst is nietig (➝ Nietigheid).
Petit.