Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Consuetúdinis magna vis est

betekenis & definitie

Consuetúdinis magna vis est - (Lat.; Cicero „Tusculanae disputationes” 2.17.40) = Groot is de kracht der gewoonte. Een verwante gedachte spreekt hij uit in „De finibus bonorum et malorum” (5.25.74): „De gewoonte is een tweede natuur”; wordt ook gevonden bij Aristoteles en S.Augustinus (de musica 6.14.28) en in het Ned. o.a. karakteristiek in „aert es een vast tabbaert”.

Meer teekenend nog Schiller „Wallensteins Tod” (1.4). Brouwer.

< >