Consecutio témporum - (Lat.), de opeenvolging der tijden; een hoofdstuk der Latijnsche syntaxis over de tijden in bijzinnen, die in den conjunctief staan.
Wat de c. t. in het Nederlandsch betreft: deze is zeer soepel en wordt zeer vrij toegepast. In het Latijn bijv. volgt in zulk een bijzin op een tegenwoordigen tijd in den hoofdzin bij een voltooide handeling de conjunctief van den voltooid tegenwoordigen tijd, bijv.: scio quid egeris. In het Nederlandsch zegt men dan naast: ik weet, wat je gedaan hebt, ook: ik weet, wat je deed. Bovendien gebruikt onze taal hier ook geen conjunctief-vormen meer.