Conopaeum - (Gr. koonoops = mug), muggennet (klamboe), reeds in de Oudheid (oorspr. Egypte, vgl. ook Prov. 7.16; Jud. 13,10; 16.23, enz.) gehangen over rustbedden, op welke de naam overging (canapé).
Liturgisch:
1° altaarbaldakijn (→ Baldakijn);
2° tabernakelsluier (→ Tabernakel);
3° een groot, half dichtgeslagen scherm (ook magnum umbraculum en papilio genoemd), een der eereteekenen, welke behooren tot de privilegiën der basilieken (decr. der Ritencongr. van 1836). Dit wordt (oorspronkelijk als regenscherm) meegedragen in processies, voorafgegaan door het → tintinnabulum. Het is samengesteld uit banen van gele en roode zijde (de pauselijke kleuren tot Pius VII), met schulpen van dezelfde kleuren, in omgekeerde volgorde, als eenige versiering. De stok eindigt in een bol met een kruisje en draagt een band met het wapen der basiliek.A. Beekman.