Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Confessor

betekenis & definitie

Confessor - (Lat. van Christelijken oorsprong, 2e eeuw), eerst: „bloedgetuige”; spoedig ter onderscheiding daarvan: enkel „lijder” om het Geloof, gerechtigd (3e eeuw) tot tusschenkomst voor de boetelingen; dan: „asceet” (oudste vorm van „religieus”), als zoodanig vermeld in het derde der groote Gebeden van Goeden Vrijdag; eindelijk: Heilige (en Gelukzalige) „niet-martelaar,” Nederlandsch: Belijder.

Louwerse.

< >