Condoreet - Marie Jean Nicolas Caritat, markies van, Fr. wiskundige, philosoof en schrijver; * 1743 te Ribemont, † 1794. Zijn: Essai sur le calcul intégral, en: Mémoire sur le problème des trois corps (1767) brachten hem in de Académie des Sciences.
Hij was medewerker aan de Encyclopédie van d’Alembert; bezorgde een uitg. van Pascal’s Pensées, maar bestreed haar Christelijk karakter. In dwepende vereering voor de humaniteit ijverde C. voor vrijmaking van slaven en vrouwen-emancipatie. Als socioloog staat hij onder physiocratischen invloed. C. keert zich in zijn Assemblée provinciale (1788) tegen de bevoorrechte standen en tracht door zijn veelverspreide Feuille villageoise het platteland voor de politiek te interesseeren. In Législative en Conventie was C. republikein en bewonderaar van Danton. C. was de theoreticus van het constitutioneel beginsel, maar zijn ontwerp van grondwet werd door de Conventie afgewezen.
Evenmin slaagde zijn Rapport sur l’Instruction publique, dat coëducatie en kosteloos onderwijs bepleit, godsdienstonderricht een aanslag op gewetensvrijheid, en rede-cultus de hoofdvoorwaarde voor moraal en karakter noemt. Tijdens het Schrikbewind moest C. zich, als Girondijn, schuil houden en schreef toen zijn hoofdwerk: Tableau historique des progrès de l’esprit humain; eigenlijk geen terugblik (want traditie heeft bij C. weinig waarde), maar een fantastisch toekomstbeeld. C. ontwikkelt hier de stelling, dat het menschdom zich door de Rede onbeperkt kan volmaken. Die perfectionneering zal tot stand komen door een algemeene geestelijke omwenteling, ingeleid door de Fr. Revolutie; een universeele, socialistisch getinte democratie zal gevestigd worden, waarin de Rede het menschdom tot lichamelijke en geestelijke volmaaktheid brengen zal.
Werken: Oeuvres complètes (12 dln. Parijs 1847-1849). — Lit.: Cahen, C. et la Révolution française (Parijs 1904; te gunstig); Delsaux, C. journalist (Parijs 1931); Henry, Correspondance inédite de C. et de Turgot (Parijs 1882).
V. Claassen.